Of we al naar Sigisoara waren geweest, vraagt het hostelmeisje. Nee, antwoorden we. Is dat de moeite waard? ”Oh, yes!”, antwoordt ze resoluut. En het feit dat ze er zelf vandaan komt, heeft er niets mee te maken, zegt ze. ”Het is een beetje een openluchtmuseum. Het is een middeleeuwse stad, een van bestbewaarde middeleeuwse steden in Europa. Really, really gorgeous!” Een reisplanning hadden we (vriendinnetje Fleur en ik) niet echt, dus onze volgende stop werd, jawel: het kleurrijke Sighisoara!
In maar liefst drie talen werden we welkom geheten in Sighisoara, a.k.a Schäßburg, a.k.a Segesvar. Sighisoara ligt in de regio Transsylvanië. Wanneer je door Transsylvanië reist, zul je merken dat er veel Duitse invloeden heeft, omdat Transsylvanië lange tijd een kolonie is geweest van de Saksen. Door de architectuur lijkt het soms net alsof je door Oostenrijk of Duitsland rijdt en in sommige gebieden zijn hele straatnamen, menukaarten in het Duits geschreven. En de vraag die wij vaak kregen als we zeiden dat we uit Nederland kwamen: ”Oooooh, sprechst du auch Deutsch!?” Nou, nein, dat dan weer niet so ganz gut.
Elk huis heeft hier een andere kleur. En dan zijn ze het hele palet afgegaan, geen kleur is onbenut gebleven. Ik zag lichtroze huizen, knalroze huizen en nog rozere huizen. Het kleurenboekje voor de verf bij de Formido is er niets bij. Het is geweldig, het is echt net een openluchtmuseum. Het is niet al te groot en het historische gedeelte is best toeristisch. Wij waren er een middag en een avond, om vervolgens de volgende dag weer verder te reizen, en dat was lang genoeg.
Als het ’s avonds donker is, wordt de stad verlicht door ondergrondse lampen die naar boven schijnen. Ziet er lekker griezelig uit en omdat de stad ook bekendstaat als de geboortestad van Dracula, komt dat goed van pas. Fleur en ik wilden eigenlijk ’s avonds nog even de kroeg in, maar nadat we om elf uur een rondje over het plein hadden gelopen, hadden we het idee dat er hier geen feesten zouden plaatsvinden. Er liep niemand meer op straat en het was niet meer warm. Mijn rok had ik beter kunnen verruilen voor een broek. Toen de rest ging slapen, ben ik nog alleen naar buiten gegaan om foto’s te maken. Het was zo stil en leeg dat ik blij was dat ik een kat hoorde aanlopen. Even teken van leven, dat deed me goed. De sfeer was inmiddels net zo snel gedaald als de temperatuur. De ondergrondse straatlichten die schaduwen uit de grond pompten, maakten dat ik een paar keer over mijn schouder keek.
Bij een geel huisje stapte ik op de rem. Op een bordje las ik een naam waar ik vroeger bang van werd. ‘Ha, die Dracula’, dacht ik. Eindelijk gevonden. Ik stond schijnbaar voor het huis waar Vlad Dracula zijn jeugd door had gebracht. De Dracula van Bram Stoker, in ieder geval, het fictieve verhaal waarvan nog altijd niet duidelijk is welke details wel en welke details niet kloppen met de feitelijke geschiedenis. Maar hé, een rondreisje door Transsylvanië en je staat plots in het , zeer kleurrijke, decor van één van de grootste griezelverhalen ter wereld.
-FOTO’S-