Op één van de laatste nachten van onze reis door Iran, overnachtten we in het appartement van Hossein, onze redder in nood. Omdat ons hostel dicht bleek te zijn en er verder weinig beschikbaar was in verband met Noroez, de Iraanse nieuwjaarsviering, bood hij aan om in zijn appartement te verblijven. Super tof! En leuk, want hij liet ons Teheran zien. Zijn stad en thuis. Waar hij precies weet wat wel én wat niet mag. 

Bakjes fruit en pufchips

Hossein is druk in zijn doen en lacht veel. Als ik gebaar naar de gitaar aan de muur en vraag of hij speelt, krijg ik de gitaar in mijn handen gedrukt. Ik mag eerst even laten horen wat ik allemaal kan. Nou, niet bijzonder veel, maar leuk vind ik het wel.  We zingen ‘Piano Man’ van Billy Joel, het enige nummer dat ik sowieso uit mijn hoofd ken.

De moeder van Hossein komt ook even langs in Hossein’s appartement. Ze heeft bakjes met fruit en zakjes chips meegenomen. Van die oranje pufchips waar je vingers helemaal oranje van worden. Inmiddels hebben we alledrie gedoucht en in een klein kamertje hebben we onze matjes en slaapzakken uitgerold.

Als de chips op is en onze slaapspullen klaarliggen, vraagt Hossein of we wat willen eten. Hij weet wel een leuke plek. We stappen weer in zijn Peugeot en hij rijdt een extra rondje om wat van zijn stad te laten zien. Het is buiten inmiddels donker. Hij draait een CD waar allerlei nummers op staan die bekend voor mij zijn. En dan af en toe een nummer van een Iraanse zanger ertussendoor. Veel rockmuziek van de wat oudere rockbands. AC/DC en Radiohead komen voorbij. Die vind ik ook leuk. Hij heeft dan ook een goede muzieksmaak, vind ik.

Adele

Adele is één van de favoriete zangeressen van Hossein. Als ik zeg dat ik Adele ook heel leuk vind, drukt hij een nummer van Adele aan. Met z’n vieren blèren we erop los. ”Rolling in the deeeeeheehéééép”, gillen we, Hossein het hardst van allemaal. Kan het hem wat schelen. En het klinkt voor geen meter, maar dat maakt het alleen nog maar mooier.

Zo crossen we een half uur door de stad. Over een straat genaamd Valiasr, één van de meest bekende straten van Teheran. De straat loopt van het zuiden van Teheran naar het noorden van Teheran, dwars door de stad, parken, wegen en winkelgebieden. Het is de langste straat in het Midden Oosten.

Pablo Escobar was een zanger?

Muziek op en gaan. In Nederland zou dit de normaalste zaak van de wereld zijn. Maar in Iran niet. Het is er zelfs illegaal en gevaarlijk om naar Westerse muziek te luisteren. Het is ten strengste verboden. Je mag in Iran alleen maar muziek luisteren als het Iraanse folk, traditionele Iraanse muziek of Iraanse pop muziek betreft. Alle muziek die daar níet onder valt, is verboden om naar te luisteren. Maar dit wordt in privé sferen wel gedaan.

Westerse invloeden zijn überhaupt uit den boze in de islamitische republiek. Als je toch nieuws uit ‘het westen’ wilt volgen, moet je met maniertjes het systeem zien te omzeilen. Sommige Iraniërs  doen dat, anderen niet.

Zo sprak ik in mijn eerste week in Iran een jongen van mijn leeftijd (24 jaar) die wel goed Engels kon, maar niks meekreeg van westers nieuws. John Lennon klonk wel als die president was geweest, en Pablo Escobar een beroemde zanger misschien?

”Don’t sing!”

Wij volgen de weg naar Noord-Teheran. We gaan richting een wijk waar wel veel te doen is vanavond, en waar je lekker wat kunt gaan eten. En dat denken schijnbaar meer mensen. Jongeren vooral. Het is zo druk dat we warempel in een file staan. Het leeft hier in Teheran.

Maar het stopt abrupt wanneer Hossein de radio plotseling uitdrukt. ”Stop singing!”, beveelt hij ons. Hossein kijkt ernstig. Het raampje gaat weer dicht. Rustig rijdt hij door. Ik snap er niets van, maar als hij naar buiten wijst, wordt het me gauw duidelijk. ”Politie,” zegt hij, terwijl wijst naar politiemannen- en vrouwen aan de weg. ”Ze mogen de radio niet horen”, vervolgt hij.

En zo rijdt iedereen geruisloos voorbij, alsof er niets aan de hand is. Alsof er nooit naar radio wordt geluisterd. Alsof er nooit plezier wordt gemaakt. Als de politie uit zicht is, weet Hossein niet hoe snel hij weer op het gaspedaal moet trappen. Adele hervat haar gezang, en wij ook. Het is bizar, echt bizar, dat je je vrijheid hier kan riskeren door de muziek te spelen die jíj leuk vindt.

De term ‘vrijheid’ krijgt zo een heel andere lading. Het maakt de reis in Iran enorm contrasterend: prachtig en easy going aan de ene kant, vreselijk conservatief en benauwend aan de andere kant. Of, zoals Thomas Erdbrink het zo mooi omschreef, ‘Iran: het land waar niets mag, maar alles kan’.