..was doodeng. Het was in de zomer waarin ik net geslaagd was voor de havo. Iedereen had al wat gepland, behalve ik. Ik moest dus óf alleen op vakantie gaan óf gewoon helemaal niet. Die tweede is geen optie, dus bedacht ik dat ik dan maar in mijn eentje moest gaan. En dat durfde ik helemaal niet. De gedachte maakte me zenuwachtig. En júist daarom vond ik dat ik het maar gewoon moest doen. In het leven word je alleen geboren en je gaat ook alleen weer dood. Dan kun je in tussentijd toch vast wel even een paar dagen alleen op vakantie. Toch?
Op Google zocht ik naar hits op de woorden ‘alleen op vakantie’ om te kijken of dat iets kon zijn voor mij. Samengevat: doen, goed voor jezelf, hartstikke leuk. Shit. Als anderen dat konden, waarom ik dan niet? Ik besloot er verder geen denkwerk aan vuil te maken, want anders zou ik uiteindelijk toch niet gaan. Binnen twee minuten kon ik zo snel geen geldige smoezen verzinnen en ik klikte zonder na te denken op een aantal knoppen en opeens had ik een 10-daags interrailticket gekocht. En daar ging ik. Tien dagen lang naar Barcelona en Parijs. Met mezelf. Nik on Tour, niet meer niet minder.
De nacht voor vertrek heb ik enorm liggen malen. Ik zag de reis voor me als één groot zwart gat, met allemaal onzekerheden erin. Wat nou als ik het helemaal niet leuk vind? Wat nou als ik geen mensen durf aan te spreken? Wat als ik helemaal niet weet wat ik moet doen in de stad en wat als ik naar huis wil? Dat waren mijn onzekere gedachten, en dit is hoe het uiteindelijk toch goed, zelfs super geweldig goed, is gekomen en ik de tijd van mijn leven had (en dit sooowieso vaker ga doen).
Onzekere gedachte van de alleenreiziger #1: Ben ik wel sociaal genoeg?
Ja, dat ben je. Echt waar. Het zal je verbazen hoeveel mensen er alleen op reis gaan en hoe makkelijk je contacten legt. In Barcelona sliep ik in een dorm met zeven anderen en daarvan reisden er nog vijf(!) anderen in hun eentje. En dan gaat contact maken echt snel. Je stapt misschien nog wat nerveus je hostelkamer binnen, maar het is de regel in hostels dat je meteen wordt onderworpen aan een vragenvuur, met vragen als: waar kom je vandaan, hoe heet je, waar reis je allemaal naartoe? En hopsa, in een vingerknip had ik al een gesprek aan je broek hangen. Je hoeft letterlijk alleen maar ergens te staan en er komen al mensen op je af. En het leuke hieraan is: je kunt zelf bepalen met wie je wel en met wie je niet wilt omgaan, omdat er zoveel mensen om je heen zijn. En je weet in je achterhoofd dat je ze waarschijnlijk toch nooit terug gaat zien, dus is de druk om je sociale onhandigheid te verbloemen ook wat minder aanwezig.
Onzekere gedachte van de alleenreiziger #2: Mijn Engels is niet goed genoeg
Ten eerste is het vaak beter dan je zelf denkt en ten tweede zou het geen ramp zijn als het niet zo was. Wij Nederlanders krijgen dagelijks zoveel van de Engelse taal mee, dat mensen met Engels als moedertaal ons met open mond aan kunnen kijken, omdat het zo goed is. En ach, al heb je geen talenknobbel, dan kom je er ook wel uit. Ik deelde eens een kamer met Brazilianen, een Chinees en een Fransman. En die spraken echt niet allemaal evengoed (lees: gewoon geen) Engels. Maar daar kom je ook wel weer uit en levert ook weer grappige situaties op.
Onzekere gedachte van de alleenreiziger #3: Ben ik niet ontzettend eenzaam?
Grapje zeker. Het kortste antwoord hierop is ‘niet van toepassing’, maar ik licht het wel toe. Op sommige momenten had ik zelfs gewíld dat ik even eenzaam was. Het begon al in België. Ik weet niet eens meer hoe, maar ik kwam aan de praat met twee Amerikanen, die ook de trein naar Barcelona zouden gaan missen. Vanaf dat moment reisde ik met ze mee naar Barcelona, samen met twee andere Duitsers. Mijn pinpas bleek het niet te doen, dus betaalden de Amerikanen, die ik net vijf minuten kende, mijn kaartje (zie foto). Bijzonder warm en allemaal op goed vertrouwen. Dat spreek je niet af, dat gaat -gek genoeg- gewoon natuurlijk.
In grote steden zijn vaak zoveel hostels met dagen- en nachtenlang aan activiteiten, zodat je bijna altijd wel wat te doen hebt. En je kamergenootjes voelen dan oprecht als je beste vrienden. Je onderneemt dingen samen en gaat samen stappen. Samen uit en samen thuisbrengen, als er bijvoorbeeld iemand teveel heeft gedronken. Dat schept wel echt een band, moet ik zeggen.
Meestal sloot ik ’s avonds aan en ging ik overdag gewoon zelf de stad in. Maar dat was in Barcelona. In Parijs had ik een matig hostel, met kamergenootjes die nooit ’thuis’ waren. Daar voelde me ik me wel soms eenzaam. Maar dat is ook niet erg want je hoeft ook niet atijd maar met mensen om je heen te zitten. En ach, een andere keer voelde ik me niet zo spaakzaam. Wat ik maar wil zeggen is, is dat je alleen op vakantie gaan niet moet laten omdat je bang bent om je eenzaam te voelen. Het gaf ontzettend veel zekerheid toen ik merkte dat het inderdaad allemaal vanzelf ging. Iedereen om je heen is ook op reis om een leuke tijd te hebben en jij ook. Laat jezelf verrassen!