Normaal fiets ik eigenlijk nooit op een citytrip. Ik ben het elke keer weer van plan, maar uiteindelijk komt het er meestal niet van en dat vind ik dan steeds weer jammer. Maar in Sevilla had ik vijf dagen en op dag twee had ik het centrum een beetje door en vond ik het tijd om een fiets te huren.
Die fiets en ik werden al snel onafscheidelijk en hebben we samen heel Sevilla doorgecrosst. Door dik en dun, door Plaza España en Triana. Want wat veel mensen niet weten, is dat Sevilla dé fietsstad van Zuid-Spanje is. Hieronder vier keer waarom Sevilla perfect is om te ontdekken vanaf je fiets.
1: Vrijheid en heel veel blijheid
Ik vind het zó jammer als je van tevoren heel zorgvuldig moet uitpluizen hoe het dagprogramma eruit ziet omdat je een groot deel van de tijd bezig bent met het logistieke gedeelte: waar is X? Hoelang is dat lopen? Of met de tram? Welke tram dan? Hoe laat gaat ‘ie?
Een welverdiende en dikke eerste plaats dus: je hebt véél meer vrijheid. Dat vind ik, in ieder geval. Eénmaal op de fiets, bepaal je zelf waar je heen gaat en wanneer. Even geen gedoe met buslijnen en even niet moeten kiezen tussen drie dingen die je allemaal heel graag wilt zien.
2: Minder tijd, meer zien
Op de fiets slinger je gewoon Google Maps aan en je fietst. Klaar. In Sevilla zijn er zoveel prachtige plekken te zien. Het loont om op de fiets te springen en gewoon de stad door te crossen. Ik was er in juni en dan is het al behoorlijk warm (33 graden). Dan is het zó fijn om te fietsen met een briesje en soms even te stoppen op een mooie plek die je onder het fietsen tegenkomt.
Zo fietsten wij de eerste dag naar Plaza de España en Real Alcazar en zijn we ’s avonds doorgefietst naar Triana, de wijk van de Flamenco. Vanaf onze AirBnb waren we nooit lopend of ’s avonds naar Triana gegaan, maar fietsend kon het veel makkelijker en sneller. En deze avond had ik absoluut níet willen missen. Hulde aan de fietsen!
3: Sevilla is een fietsstad
De hele stad is ingericht op fietsers. Er wordt heel wat afgefietst in deze fietsstad van Zuid-Spanje. Groene paden geven aan waar fietsers mogen fietsen en in totaal ligt er ruim 120 kilometer aan fietspaden. En dat is behoorlijk wat.
Hier zit een slim fietsplan achter. Op bijna elke hoek van de straat staat een fietsstation waar je een fiets kunt huren. Deze huurfietsen worden ook wel de ‘Sevici’ genoemd. Het is een beetje vergelijkbaar met ons systeem met OV-fietsen. Je betaalt via een automaat bij het fietsstalling en vervolgens kun je de fiets meenemen.
In totaal zijn er 250 van die stallingen in de hele stad. Voordat je een fiets kunt pakken, moet je je eerst inschrijven bij één van die fietsstallingen. Voor €10 krijg je dan een pasje waarmee je door de hele stad een fiets kunt pakken. Het eerste half uur is gratis, het daarop volgende uur kost één euro en daarna zijn de kosten twee euro per uur.
4: Het is goedkoop
En de laatste: het is een goedkope manier van ontdekken. Als je zo’n Sevici van hierboven neemt, kost je dat niet veel. Het is wel fijn als je veel fietst, want dan haal je de kosten van dat pasje er ook weer uit. Maar ook als dat niet het geval is, is het nog goedkoop.
Het lukte ons niet om een pasje te kopen, dus wij zijn naar een skaterswinkeltje gewandeld, genaamd Sevilla Bike Tour Shop. De eigenaar had skates te koop, fietsen te huur en een stuk skatebaan in zijn winkel (Aanrader! Hij zit aan de Calle Arjona 8). We kregen daar een soort mountainbike met dikke banden, handremmen en versnellingen. Een tikkeltje cooler dan de Sevici’s, dus 😉
De huur daarvan was €10 voor één dag per persoon. Wel iets duurder dan de Sevici’s als je van plan bent om meerdere dagen een fiets te huren. En het nadeel aan een winkel is dat je gebonden bent aan opening- en sluitingstijden van de winkel en dus niet je fiets 24/7 kunt halen of brengen. Maar goed, jij zit tenminste lekker vertrouwd op een fietsje, dus dan kan dat er ook nog wel even bij.
Sevilla is one of the most beautiful places in Spain!!!
I agree!!