Ik zit lekker aan mijn ontbijt wanneer Ali, de jongen van ons hostel, me aantikt. ”Mijn vriendin wil je wat vragen”, zegt hij. Ik was inmiddels al bekend met haar, Zara heet ze. Haar Engels is niet erg goed. Toch knikt Ali naar haar. Ze moet het toch echt zelf vragen. Ze kijkt me enthousiast aan. Het zal vast iets leuks zijn.

”Your make-up?,” vraagt ze, terwijl ze met haar hand doet alsof ze haar ogen opmaakt. Of zij dat misschien mag doen.  Tja, die zat eraan te komen. Ze had natuurlijk allang opgemerkt dat ik er al dagen bij liep als een spook. En dat kan eigenlijk niet als je in Iran bent. Dat is geen gezicht.

Maar goed, de luchtvaartmaatschappij had mijn bagage nog laten liggen in Oekraïne, dus ik zat al een paar dagen zonder mijn spullen. Ondertussen zaten wij al in Kashan, Iran. Dit is geen excuus, dit is echt gebeurd. Ik was wel toe aan een beetje make-up en stemde meteen in. Kom maar door!

Chirurgie

Het lot van mijn gezicht was in goede handen, dat geloofde ik. Iraanse vrouwen zijn van zichzelf al zo enorm mooi, en in make-uppen zijn ze de besten. Dat is echt een ding in Iran. Hun ding.

Er zijn tijdens onze reis meerdere onbekende vrouwen voor ons komen staan om ons eens goed te inspecteren. Vervolgens vroegen ze zich uit pure nieuwsgierigheid af waarom we in vredesnaam zo weinig make-up droegen. Na de derde keer dat iemand je dat vraagt, begin je je toch wat onzeker te voelen, kan ik je vertellen.

Ja, Iraanse vrouwen zijn verschrikkelijk goed met make-up. Dat zie je meteen. Veel getekende wenkbrauwen en felle lippen. Maar ook veel plastische chirurgie. We zagen geregeld een vrouw voorbijlopen met een plakkertje op de neus: die heeft dus laatst d’r neus laten corrigeren.

Het schijnt zelfs zo te zijn dat sommige vrouwen gewoon een plakkertje op hun neus plakken, terwijl ze helemaal niets hebben laten doen. Maar de reacties erop krijgen ze zo wel. Op het hoogtepunt zag ik in één treincoupé (women only) in Teheran zo’n zes vrouwen die óf duidelijk een neuscorrectie hadden gehad óf met een plakkertje op de neus zaten. Bizar, toch?

”Heftig, wel”

Zara komt met een koffertje vol make up naar me toe en kiest zorgvuldig alle kleuren bij elkaar. Ze heeft zelfs foundation in mijn (behoorlijk bleke) huidskleur. Joy! Ze geeft me dikke wenkbrauwen en daarna felrode lippen die behoorlijk glimmen.

Ik zie natuurlijk niets, maar ik zie wel mijn reisgenoten Fleur en Jasmijn kijken. Heftig wel, vinden ze. Het liefst grijp ik dan meteen naar de spiegel, maar ik hou me in. Na een halfuurtje ben ik af en mag ik mezelf zien.

‘Heftig’ dekte de lading wel aardig, maar het is vooral even wennen. Van een blotebillen gezicht naar een gezicht met Iraanse make-up zijn twee uitersten. Maar ik vind het machtig mooi om in de Iraanse make-up te zitten en het bevalt me eigenlijk best goed.

Note to myself voor de volgende keer dat ik naar Iran ga: die make-up tas gaat sowieso in de handbagage.

Het eindresultaat: dikke wenkbrauwen en knalrode lippen