Reisverhalen Spanje

Bubión: het schattige, witte Andalusische bergdorpje met één grijze muur

Na een week in Sevilla en Granada te hebben doorgebracht, crossen we (vriendje en ik) dwars door berggebied Alpujarra, op naar het idyllische Bubion, waar de ezels op straat lopen en het water rechtstreeks van de berg komt.

De weggetjes zijn er stijl, maar vooral heel erg wit. Het hele dorp is wit. Witte muren, witte huizen, witte kerk. Het enige wat kleur lijkt te geven, zijn de bossen bloemen die we om de vijf seconden tegenkomen. Dit is precies wat ik in gedachten had bij een Andalusisch bergdorpje. Mooi, is onze eerste indruk. Prachtig, zelfs. Dat gezellige, nostalgische gevoel was niet van lange duur.

Een gloednieuwe, gehuurde auto. Feest.
Dat gevoel verdween direct wanneer we een véél te klein straatje inrijden en een véél te krappe hoek moeten maken met onze gloednieuwe, gehuurde Opel. ”Jullie hebben geluk”, hoor ik de verhuurster nog zo zeggen. ”Jullie krijgen de allernieuwste mee! Hij is gisteren binnengekomen.”

Ik lachte maar wat mee als een boerin met kiespijn. Dat is nou precies de informatie waarmee je een stresskip als ik vooral níet blij maakt. Ik kan niet goed omgaan met fancy spullen en loop er het liefst met een grote boog omheen.

Ik had me comfortabeler gevoeld met een botsauto, eentje zoals mijn Toyota Starlet. Daar kan je niet zoveel aan verpesten want die is toch al 112 jaar oud. Je voelt ‘m al hangen: die Opel kwam niet helemaal heel terug.

Angèles
In die véél te kleine hoek in de witte straat genaamd Calle Santisima Trinidad zit nu namelijk een behoorlijke veeg grijze Opellak én een stuk deurklink aan de muur. Een niet zo’n fijn onthaal in het dorpje waar we eigenlijk vooral kwamen voor onze rust. Maar alles draait bij wanneer we de eindelijk aankomen in onze AirBnB. De ontvangst van onze gastvrouw maakt alle verloren lak weer goed. We zijn meteen fan van haar.

Angèles, heet ze. Klein, en een jaar of 65, gok ik. Ook de buitenkant van haar huis is helemaal wit. Lange planten, bloemen en gedroogde pepers vallen sierlijk naar beneden.

Ze laat ons het onderkomen voor de aankomende twee nachten zien. We hebben een lief huisje voor onszelf met drie slaapkamers, maar we gebruiken er natuurlijk maar één. Hongerig van de reis, vragen we haar of er misschien ook een supermarkt open is. Ze zegt van niet. Het is immers zondag.

Kip en kersen
Engels spreekt ze niet, maar met het basisspaans dat ik ken, begrijpen we elkaar redelijk. Trots laat ze foto’s zien van haar huisje, gemaakt door vorige gasten. Ze neemt ons mee naar het balkon, dat een prachtige uitkijk heeft op de bergen.

”In de winter kun je vanaf het balkon het vasteland van Marokko zien”, zegt ze. ”Maar dat kan alleen als de lucht helder is.”

Ze vraagt ons of we kip met brood willen, dat was toch nog over. We knikken enthousiast. Wacht hier, gebaart ze met haar handen. Later komt ze terug, met in haar ene hand een mandje met brood en een bordje gebakken kip. In de andere een mandje vol mooie kersen.

Het huisje van Angèles

 

In de bergen
Dit historische, witte dorpje ligt gelegen in de Alpujarras, en bergachtig gebied in Andalusië. Het is onderdeel van het Sierra Nevada-gebergte. Bubión is een uitvalsbasis voor wandelaars en in de omgeving zijn er veel hiking routes.

Je hoeft niet lang in het dorpje rond te lopen om te beseffen dat er in het dorpje zelf niet bijzonder veel (lees: niets) te doen is. En ik vond het heerlijk. Er is gewoon stilte. Niets meer, niets minder. Na een uur of tien ’s avonds hoor je ergens misschien nog een tv aanstaan, maar verder hoor je niets.

Bergwater: zo lekker!
’s Avonds ben ik met Joris nog wat water gaan halen en liepen we alleen over de stille straten. Toen we aan een restauranteigenaar vroegen waar we water konden kopen, zei hij dat we dat gewoon zelf konden tappen.

Naast het kleine dorpspleintje staat een fonteintje waaruit water uit de bergen stroomt. En dat water is lekker, kan ik je vertellen. En zo liepen we stilletjes met twee volle waterflessen weer terug naar ons huisje, om te slapen midden in de bergen, met alleen maar stilte om ons heen. Dikke like!

Na vijf dagen in Sevilla en twee dagen en Granada was ik namelijk wel toe aan wat rust. En dan is het heerlijk om gewoon middenin de bergen in een idyllisch wit dorpje als Bubión in een idyllisch wit huisje als dat van Angèles het échte Andalusische leven te ontdekken.

 

Bubión by night: stilte, stilte en nog meer stilte

Op één van de vele trappetjes, op weg naar het supermarktje

Op een heldere avond in de winter kun je vanaf hier het vasteland van Marokko zien

 

 

You may also like
Reisverhalen
3x this will only happen in hostels
1 juni, 2019
Reisverhalen, Spanje, Uncategorized
Bubión: that typically white Andalusian town, with one grey wall
1 november, 2017

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Reisverhalen Spanje

Bubión: het schattige, witte Andalusische bergdorpje met één grijze muur

Na een week in Sevilla en Granada te hebben doorgebracht, crossen we (vriendje en ik) dwars door berggebied Alpujarra, op naar het idyllische Bubion, waar de ezels op straat lopen en het water rechtstreeks van de berg komt.

De weggetjes zijn er stijl, maar vooral heel erg wit. Het hele dorp is wit. Witte muren, witte huizen, witte kerk. Het enige wat kleur lijkt te geven, zijn de bossen bloemen die we om de vijf seconden tegenkomen. Dit is precies wat ik in gedachten had bij een Andalusisch bergdorpje. Mooi, is onze eerste indruk. Prachtig, zelfs. Dat gezellige, nostalgische gevoel was niet van lange duur.

Een gloednieuwe, gehuurde auto. Feest.
Dat gevoel verdween direct wanneer we een véél te klein straatje inrijden en een véél te krappe hoek moeten maken met onze gloednieuwe, gehuurde Opel. ”Jullie hebben geluk”, hoor ik de verhuurster nog zo zeggen. ”Jullie krijgen de allernieuwste mee! Hij is gisteren binnengekomen.”

Ik lachte maar wat mee als een boerin met kiespijn. Dat is nou precies de informatie waarmee je een stresskip als ik vooral níet blij maakt. Ik kan niet goed omgaan met fancy spullen en loop er het liefst met een grote boog omheen.

Ik had me comfortabeler gevoeld met een botsauto, eentje zoals mijn Toyota Starlet. Daar kan je niet zoveel aan verpesten want die is toch al 112 jaar oud. Je voelt ‘m al hangen: die Opel kwam niet helemaal heel terug.

Angèles
In die véél te kleine hoek in de witte straat genaamd Calle Santisima Trinidad zit nu namelijk een behoorlijke veeg grijze Opellak én een stuk deurklink aan de muur. Een niet zo’n fijn onthaal in het dorpje waar we eigenlijk vooral kwamen voor onze rust. Maar alles draait bij wanneer we de eindelijk aankomen in onze AirBnB. De ontvangst van onze gastvrouw maakt alle verloren lak weer goed. We zijn meteen fan van haar.

Angèles, heet ze. Klein, en een jaar of 65, gok ik. Ook de buitenkant van haar huis is helemaal wit. Lange planten, bloemen en gedroogde pepers vallen sierlijk naar beneden.

Ze laat ons het onderkomen voor de aankomende twee nachten zien. We hebben een lief huisje voor onszelf met drie slaapkamers, maar we gebruiken er natuurlijk maar één. Hongerig van de reis, vragen we haar of er misschien ook een supermarkt open is. Ze zegt van niet. Het is immers zondag.

Kip en kersen
Engels spreekt ze niet, maar met het basisspaans dat ik ken, begrijpen we elkaar redelijk. Trots laat ze foto’s zien van haar huisje, gemaakt door vorige gasten. Ze neemt ons mee naar het balkon, dat een prachtige uitkijk heeft op de bergen.

”In de winter kun je vanaf het balkon het vasteland van Marokko zien”, zegt ze. ”Maar dat kan alleen als de lucht helder is.”

Ze vraagt ons of we kip met brood willen, dat was toch nog over. We knikken enthousiast. Wacht hier, gebaart ze met haar handen. Later komt ze terug, met in haar ene hand een mandje met brood en een bordje gebakken kip. In de andere een mandje vol mooie kersen.

Het huisje van Angèles

 

In de bergen
Dit historische, witte dorpje ligt gelegen in de Alpujarras, en bergachtig gebied in Andalusië. Het is onderdeel van het Sierra Nevada-gebergte. Bubión is een uitvalsbasis voor wandelaars en in de omgeving zijn er veel hiking routes.

Je hoeft niet lang in het dorpje rond te lopen om te beseffen dat er in het dorpje zelf niet bijzonder veel (lees: niets) te doen is. En ik vond het heerlijk. Er is gewoon stilte. Niets meer, niets minder. Na een uur of tien ’s avonds hoor je ergens misschien nog een tv aanstaan, maar verder hoor je niets.

Bergwater: zo lekker!
’s Avonds ben ik met Joris nog wat water gaan halen en liepen we alleen over de stille straten. Toen we aan een restauranteigenaar vroegen waar we water konden kopen, zei hij dat we dat gewoon zelf konden tappen.

Naast het kleine dorpspleintje staat een fonteintje waaruit water uit de bergen stroomt. En dat water is lekker, kan ik je vertellen. En zo liepen we stilletjes met twee volle waterflessen weer terug naar ons huisje, om te slapen midden in de bergen, met alleen maar stilte om ons heen. Dikke like!

Na vijf dagen in Sevilla en twee dagen en Granada was ik namelijk wel toe aan wat rust. En dan is het heerlijk om gewoon middenin de bergen in een idyllisch wit dorpje als Bubión in een idyllisch wit huisje als dat van Angèles het échte Andalusische leven te ontdekken.

 

Bubión by night: stilte, stilte en nog meer stilte

Op één van de vele trappetjes, op weg naar het supermarktje

Op een heldere avond in de winter kun je vanaf hier het vasteland van Marokko zien

 

 

You may also like
Reisverhalen
3x dit maak je alleen in hostels mee
20 mei, 2019
Iran, Reisverhalen
Een doodnormale avond in Teheran, Iran (deel 2)
3 december, 2018
Iran, Reisverhalen
Een doodnormale avond in Teheran, Iran (deel 1)
14 november, 2018

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Niet gecategoriseerd

Bubión: het schattige, witte Andalusische bergdorpje met één grijze muur

Na een week in Sevilla en Granada te hebben doorgebracht, crossen we (vriendje en ik) dwars door berggebied Alpujarra, op naar het idyllische Bubion, waar de ezels op straat lopen en het water rechtstreeks van de berg komt.

De weggetjes zijn er stijl, maar vooral heel erg wit. Het hele dorp is wit. Witte muren, witte huizen, witte kerk. Het enige wat kleur lijkt te geven, zijn de bossen bloemen die we om de vijf seconden tegenkomen. Dit is precies wat ik in gedachten had bij een Andalusisch bergdorpje. Mooi, is onze eerste indruk. Prachtig, zelfs. Dat gezellige, nostalgische gevoel was niet van lange duur.

Een gloednieuwe, gehuurde auto. Feest.
Dat gevoel verdween direct wanneer we een véél te klein straatje inrijden en een véél te krappe hoek moeten maken met onze gloednieuwe, gehuurde Opel. ”Jullie hebben geluk”, hoor ik de verhuurster nog zo zeggen. ”Jullie krijgen de allernieuwste mee! Hij is gisteren binnengekomen.”

Ik lachte maar wat mee als een boerin met kiespijn. Dat is nou precies de informatie waarmee je een stresskip als ik vooral níet blij maakt. Ik kan niet goed omgaan met fancy spullen en loop er het liefst met een grote boog omheen.

Ik had me comfortabeler gevoeld met een botsauto, eentje zoals mijn Toyota Starlet. Daar kan je niet zoveel aan verpesten want die is toch al 112 jaar oud. Je voelt ‘m al hangen: die Opel kwam niet helemaal heel terug.

Angèles
In die véél te kleine hoek in de witte straat genaamd Calle Santisima Trinidad zit nu namelijk een behoorlijke veeg grijze Opellak én een stuk deurklink aan de muur. Een niet zo’n fijn onthaal in het dorpje waar we eigenlijk vooral kwamen voor onze rust. Maar alles draait bij wanneer we de eindelijk aankomen in onze AirBnB. De ontvangst van onze gastvrouw maakt alle verloren lak weer goed. We zijn meteen fan van haar.

Angèles, heet ze. Klein, en een jaar of 65, gok ik. Ook de buitenkant van haar huis is helemaal wit. Lange planten, bloemen en gedroogde pepers vallen sierlijk naar beneden.

Ze laat ons het onderkomen voor de aankomende twee nachten zien. We hebben een lief huisje voor onszelf met drie slaapkamers, maar we gebruiken er natuurlijk maar één. Hongerig van de reis, vragen we haar of er misschien ook een supermarkt open is. Ze zegt van niet. Het is immers zondag.

Kip en kersen
Engels spreekt ze niet, maar met het basisspaans dat ik ken, begrijpen we elkaar redelijk. Trots laat ze foto’s zien van haar huisje, gemaakt door vorige gasten. Ze neemt ons mee naar het balkon, dat een prachtige uitkijk heeft op de bergen.

”In de winter kun je vanaf het balkon het vasteland van Marokko zien”, zegt ze. ”Maar dat kan alleen als de lucht helder is.”

Ze vraagt ons of we kip met brood willen, dat was toch nog over. We knikken enthousiast. Wacht hier, gebaart ze met haar handen. Later komt ze terug, met in haar ene hand een mandje met brood en een bordje gebakken kip. In de andere een mandje vol mooie kersen.

Het huisje van Angèles

 

In de bergen
Dit historische, witte dorpje ligt gelegen in de Alpujarras, en bergachtig gebied in Andalusië. Het is onderdeel van het Sierra Nevada-gebergte. Bubión is een uitvalsbasis voor wandelaars en in de omgeving zijn er veel hiking routes.

Je hoeft niet lang in het dorpje rond te lopen om te beseffen dat er in het dorpje zelf niet bijzonder veel (lees: niets) te doen is. En ik vond het heerlijk. Er is gewoon stilte. Niets meer, niets minder. Na een uur of tien ’s avonds hoor je ergens misschien nog een tv aanstaan, maar verder hoor je niets.

Bergwater: zo lekker!
’s Avonds ben ik met Joris nog wat water gaan halen en liepen we alleen over de stille straten. Toen we aan een restauranteigenaar vroegen waar we water konden kopen, zei hij dat we dat gewoon zelf konden tappen.

Naast het kleine dorpspleintje staat een fonteintje waaruit water uit de bergen stroomt. En dat water is lekker, kan ik je vertellen. En zo liepen we stilletjes met twee volle waterflessen weer terug naar ons huisje, om te slapen midden in de bergen, met alleen maar stilte om ons heen. Dikke like!

Na vijf dagen in Sevilla en twee dagen en Granada was ik namelijk wel toe aan wat rust. En dan is het heerlijk om gewoon middenin de bergen in een idyllisch wit dorpje als Bubión in een idyllisch wit huisje als dat van Angèles het échte Andalusische leven te ontdekken.

 

Bubión by night: stilte, stilte en nog meer stilte

Op één van de vele trappetjes, op weg naar het supermarktje

Op een heldere avond in de winter kun je vanaf hier het vasteland van Marokko zien

 

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Close