De Balkanroute die ik nam met twee vriendinnen

Het is inmiddels al drie zomers geleden, maar dat maakt de reis er niet minder op. Ik wil deze reis ⤻ al heel lang met jullie delen. Het was namelijk een reis die alles had wat mijn backpackershart begeerde. Ik wilde een reis die door nog redelijk onontdekte landen ging, en waar veel cultuur en natuur te vinden was. En -ook niet onbelangrijk- als dat ook nog even kon: budget proof was.

En dat had de Balkan allemaal. En nog veel meer. Het was prachtig, het was enorm gevarieerd, het was inspirerend en het is behóórlijk onderschat.

In 24 dagen gingen we per trein, per bus en per voet en al liftend dwars door Hongarije, Kroatië, Bosnië, Montenegro, Macedonië, Albanië, Griekenland.

Wat mij betreft is deze route de perfecte combinatie tussen cultuur en geschiedenis, en je ondertussen ook nog ordinair klem kunnen zuipen (mocht je dat willen, hè).

Deze blog is voor alle mensen die een reis door de Balkan overwegen. Mijn advies: doe jezelf een lol en doe het! En lees in dat geval vooral even verder. Ik ben zo vrij geweest om alle tussenstops even van mijn eigen beoordeling te voorzien. Dit is daarom een allesbehalve objectief blog. Helemáál onderaan vind je twee praktische tips over vervoer en kosten. Klaar voor? Daar gaat ‘ie:

Hongarije

Dag 1-4: Boedapest (⭐⭐⭐⭐⭐)

We hadden onze reis niet beter kunnen beginnen dan in het prachtige Boedapest. Liever hadden we nog wat langer willen blijven, omdat we na vier dagen nóg alles niet gezien hadden en het zo erg naar onze zin hadden. Boedapest staat bomvol hostels die allemaal standaard in een party-editie lijken te komen. Zo ook het hostel van ons.

Elke avond is er wel een kroegentocht of één of ander feest op een boot op de Donau. En overdag vermaak je je door langs bezienswaardigheden te wandelen en een keer af te koelen in het enorme badhuis Széchenyi (’s zomers is het overdag snikheet).

Boedapest lieten we na vier dagen achter ons en met de bus vertrokken we naar Zagreb. Lichtelijk in een heimwee-modus, omdat we het zo fijn hadden in Boedapest. (Spoiler Alert: uiteindelijk lukte het alleen Kotor in Montenegro om dit gevoel te evenaren).
Véél te zien Fantastisch uitgaansleven Grote, maar overzichtelijke stad Backpack-proof Budget-proof

Kroatië

Dag 5: Zagreb (⭐⭐⭐⭐)

En hop, door naar Zagreb, de hoofdstad van Kroatië. We hadden pech met het weer en hadden geen zon gezien. We moesten rond middernacht op de bonnefooi nog snel een hostel zien te vinden in Zagreb, en dat viel flink tegen. En dat het al de hele avond geregend had, maakte de sfeer er ook niet bepaald beter op. Gelukkig vonden we snel een hostel. Totaal sfeerloos en een kamer van zes vierkante meter voor vier personen (lang leve de stapelbedden), maar hé, we hadden een slaapplek.

Kleurrijk Zagreb

Eenmaal wandelend door de stad de volgende dag, werd mijn beeld van de Zagreb steeds minder chagrijnig. Ik vond het eigenlijk wel een leuke stad. Zagreb is klein. Je kunt er makkelijk doorheen kunt stappen. Er zijn veel barretjes en parkjes en je kunt je prima een dag (of misschien twee) vermaken in deze stad.
 Oud centrum  Kunst/cultuur  Hip

Dag 6: Zadar (⭐⭐⭐⭐)

Met de bus trokken we verder naar Zadar. Trek een dag uit voor dit stadje aan zee. Het is oud. Het is aandoenlijk. Maar binnen een paar uur heb je het er wel gezien. Zadar ligt aan de Adriatische kust, maar als je zin hebt in een paar dagen strand moet je hier niet zijn. Er is namelijk geen strand.
  Aan zee Knus
Weinig hostels  Geen zandstrand

Dag 7-8: Split (⭐⭐⭐)

Ja, en dan naar Split. Na Zagreb de tweede stad van Kroatië. Zeer de moeite waard. De stad staat bekend om haar overblijfselen uit de Romeinse tijd. Door de hele oude stad vind je gebouwen die in de derde en vierde eeuw(!) zijn gebouwd en nog nagenoeg intact zijn. Het paleis van Diocletianus is een bekend voorbeeld hiervan.

Een groot nadeel aan deze stad vind ik de drukte. Het is er te toeristisch om de stad te zien zoals ‘ie hoort te zijn.

Het voelt alsof je door een openluchtmuseum in Nederland wandelt. De voertaal die gesproken lijkt te worden in het centrum is Engels, Duits of -jawel- Nederlands.

Tip: Ga na middernacht of voor 07.00 de deur uit om Split te zien in alle rust, zonder de hele tijd drukkende mensen om je heen te hebben en toch rustig alle gebouwen te kunnen bekijken.
 Historisch centrum  Nachtleven
 Duurder  Onwijs toeristisch

Het paleis van Diocletianus. Tip: ga vroeg in de ochtend Split in!

 

Bosnië 

Dag 9-11: Sarajevo (⭐⭐⭐⭐⭐)

Oh, Sarajevo. Eén van de topstops van onze reis door de Balkan, als je het mij vraagt. Een prachtige busreis bracht ons van Kroatië naar Bosnië. Sarajevo is klein, sfeervol en zit bomvol verhalen. Op verschillende momenten van de dag hoor je gebedsliederen schallen door de kleine, knusse straatjes van Sarajevo.

Hier leven verschillende culturen en geloven door elkaar. Het voelt er vrij, en dat is wat ik zo fijn vind aan deze stad. En gezien de recente geschiedenis met oorlog, maakt juist dát maakt Sarajevo zo bijzonder.

Ik ben fan van Sarajevo. Dit is bij Baščaršija, het 15e-eeuwse duivenplein in Sarajevo.

Er zijn genoeg leuke hostels waar je kunt verblijven. Ons hostel zat in een leuke straat vol met barretjes, tussen het nieuwe en oude centrum in. Een tussenstop die sowieso op je reislijst van je Balkanreis moet staan, wat mij betreft. Hoe dan ook.
 Sfeervol   Verschillende culturen & keukens  Compacte stad  Budget-proof Makkelijke uitstapjes omliggende stadjes/natuurgebieden

Montenegro 

Dag 12-15: Montenegro, kustplaatsen (⭐⭐⭐⭐⭐)

Hoewel je je verblijf in Bosnië volgens mij makkelijk wat kunt oprekken, kozen wij ervoor om in Sarajevo de bus te pakken naar de Montenegrijnse kuststad Kotor. Dit middeleeuwse stadje ligt in een baai en is omgeven door bergen.

De kustplaatsen in Montenegro zijn de moeite echt wel waard. Die plaatsjes hebben de laatste jaren wel flink wat belangstelling gekregen, en dat maakt de plaatsen nogal toeristisch.

Idyllisch en romantisch: dat is de baai van Kotor

Normaal vind ik dat bezwaarlijk, jammer, zonde, en nog meer van dat, maar hier in Kotor kon ik er wel doorheen prikken. Het is er gewoon heel prachtig en relaxed, en rondom Kotor (allemaal binnen een paar kilometer) is er genoeg te doen.

Deze tussenstop aan de baai van Kotor was meer dan welkom. Even geen drukte van de steden, maar gewoon lekker rustig aan doen, varen, feesten, rondslenteren in een middeleeuws stadje. Zie dit blog voor meer tips specifiek in Kotor.
 Kleine, middeleeuwse stadjes  Natuur

Macedonië

Dag 15-16: Skopje (⭐⭐)

Met een nachtbus vertrokken we van Kotor naar Skopje. We vertrokken ’s avonds en kwamen rond 07.00 de volgende ochtend aan, een helse busreis achter de rug. Over Skopje heb ik dus heel goede, en heel slechte verhalen gehoord. Ik vond het er zelf niet heel bijzonder, maar daar kan ik zelf ook niet veel aan doen.

Wat ik wel ontzettend de moeite waard vond, was de Matkakloof. Net iets buiten Skopje ligt deze prachtige kloof.

Neem bus 60 vanuit Skopje en je bent er in 45 minuten (+- €1,50 retour). Hier kun je makkelijk een dagje vertoeven. Je kunt er een bootje huren, grotten bekijken of wandelen. Echt: het lijkt net Thailand, maar dan gewoon in Europa. Budget-proof  Dichtbij de Matka Canyon
 Weinig sfeer

Drie kwartier met de bus vanuit Skopje kom je in deze prachtige Matka-kloof terecht

Dag 17: Ohrid (⭐⭐)

Een dag later vertrokken we met de bus richting Ohrid, waar ik naar uit keek omdat ik hier ook heel goede verhalen over had gehoord.

Ik weet niet wat het is met mij en Macedonië, maar ik vond Ohrid niet erg bijzonder. Ik vond het eerder heel erg commercieel. En soms kan ik daar nog wel doorheen kijken (Kotor ⤻ ) maar ik vond dat er hier vrij weinig karakter te bekennen was. Wat ik wel heel fijn vond, was het enorme Ohrid-meer. Rustgevend was het dan ook wél.

We bleven één nachtje en gingen met per boot naar Struga (uurtje varen), een stad aan de andere kant van het meer. Vanuit daar liepen we naar de grensovergang met Albanie en daar begon ons een heel nieuw avontuur: liften!
 Toeristisch/Commercieel

Albanië 

Dag 18-19: Berat (⭐⭐⭐⭐)

Albanië is in deze reis zonder meer het meest avontuurlijke land dat we bezochten. Het land zelf was totaal anders dan wat we al gezien hadden, en het feit dat we bijna overal liftend naartoe gingen, maakte het ook zeker meer avontuurlijk.

Het liften was prima te doen en bracht ons op verschillende bijzondere plekken (in het archief vind je meer verhalen over liften in Albanië).

Het land is wat minder ontwikkeld. De elektriciteitskabels hangen her en der door straten en het lijkt vooral in grote steden wat communistisch. De kleinere stadjes daarentegen zijn echt de moeite om te bezoeken. Te beginnen bij het middeleeuwse stadje Berat. Hier kun je je wel één dag en één nacht vermaken. Ik beveel het Backpackers Hostel Berat bij deze aan, dit is een klein maar fijn en gezellig hostel, van alle gemakken voorzien.
 Oud centrum  Niet toeristisch  Budget-proof

Dag 21: Albanese Kust (⭐⭐⭐⭐)

Ons tweede liftavontuur bracht ons naar Vlorë, een kustplaats, volgepropt met hotels met Noorse gezinnen. We kregen daar een luxe hotelkamer van twee mannen die ons een lift gaven (lang verhaal), en we verbleven daar in dat hotel. Een beetje luxe na onze liftavonturen grepen we dan ook met beide handen aan.

Zwemmen Snorkelen
Veel beton

Dag 20: Gjirokaster (⭐⭐⭐⭐⭐)

Vanuit Vlorë namen we dit keer de bus naar Gjirokaster, een middeleeuws stadje vlakbij Griekenland. Ik denk dat ik dit wel mooiste tussenstop vond in een stad vond in Albanië.

Gjirokaster, de oude mannetjesstad

Het is alsof de tijd hier stilstaat. Vooral ’s avonds, als je tussen de Albanezen zit en verder geen toeristen meer ziet.

Hoe dat zo kwam, weet ik nog steeds niet. Ik weet dan ook niet of dat nu nog steeds zo is, of dat wij misschien gewoon een goed moment hadden gepakt. Overdag was het toen wij er waren namelijk wel erg toeristisch.
 Het eeuwenoude centrum  ’s avonds tussen de Albanezen
  Overdag toeristisch

Griekenland 

Dit was ons uitzicht terwijl we veel te lang wachtten op een lift (het was warm en uitdroging nabij). Tip: als je per se wilt liften in Griekenland in de zomer: breng genoeg water mee.

Dag 22-24: Thessaloniki (⭐⭐⭐)

En dan de allerlaatste stop van deze fantastische reis: Thessaloniki. We kregen gelukkig na lang wachten in een behoorlijk pittige zon een lift van een Griek die chefkok. Hij bracht ons binnen vier uur een behoorlijk eind richting Thessaloniki, een enorm geluk. Het laatste stuk gingen we met de trein.

In Thessaloniki verbleven we in hostel Arabas, best een fijn hostel in de wijk Ano Poli ”upper town”. Vanuit het hostel kun je makkelijk grote bezienswaardigheden bekijken en je kunt vanaf hier makkelijk naar de zee lopen (30 minuten lopen).

De stad heeft een aparte mengeling tussen gebouwen uit de Griekse Oudheid, en aan de andere kant communistische bouwstijlen. Vaak zie je deze twee gewoon naast elkaar, of recht tegenover elkaar staan. Het uitgaan in Thessaloniki is tof. In de wijk Ladidika vind je veel leuke barretjes en eettentjes, maar ook de wijk waarin ons hostel zat, was fijn.

$$ – Wat ben je kwijt? En wat moet je doen? Interrail of niet?

Vervoer
Ik zou vooral géén interrailkaart aan. Je bent veel goedkoper uit als je gewoon losse kaartjes koopt. Bovendien zijn er op deze route veel meer bussen dan treinen, dus zo’n kaart heeft dan sowieso weinig zin.

Kosten
En nu denk je misschien: ‘leuk, zo’n lang verhaal, maar nou weet ik nog niet wat dat allemaal moet kosten.’ Nou, deze reis kostte mij €1100 inclusief alles, dus inclusief vliegtickets naar Budapest en van Thessaloniki, alle trein- en buskaartjes, (best heel veel) etentjes , entreekaartjes, overnachtingen, etc, etc. Al met al een dagbudget van €45 dus, en dat dan midden in de zomer.

Ik ben tijdens deze reis enorm gecharmeerd geraakt van Zuid-Oost Europa en vind dit zó’n onderschat gebied. Ik wil je geen richting induwen, maar als je opzoek bent naar een backpackbestemming met veel afwisseling, veel cultuur, veel natuur en onontdekte, authentieke plaatsjes, dan zou ik er als ik jou was als een malle voor gaan zorgen dat je deze zomer door de Balkan reist.